
Van kindsbeen af speelt taal en woord en tekst een grote rol in mijn leven.
Mijn lievelingsvak in de Lagere School was poëzie, en dan wel het voordragen van gedichten.
Ik deed mee aan voordrachtwedstrijden van het Davidsfonds in ons dorp.
Terzelfdertijd liet ik mijn poëziealbums rondgaan bij vrienden, familie,.....
Dat werd een bonte verzameling van leuke korte versjes met de datum erbij en een tekeningetje.
Later hield ik een schrift bij, waarin ik mooie, ontroerende, grappige,.....teksten in schreef die ik ergens gelezen had.
Ik schreef die dan zorgvuldig in vulpen over, om ze te koesteren. Die konden ooit bij gelegenheid misschien nog van pas komen.
Tot ik op een moment zelf wat begon te rijmen, zomaar iets kleins.
Daarna kreeg ik af en toe woorden, teksten in gedachten die ik opschreef.
Ik heb nooit het gevoel dat ik de tekstjes zelf schrijf, natuurlijk moet ik ze neerschrijven met pen, maar de inspiratie komt niet uit mijn denken, hoofd of gedachten.
Het wordt mij gegeven, geschonken.
Ja zoiets. Dat is moeilijk uit te leggen.
Ik kan middenin de nacht wakker worden met een grappige zin die opkomt en vervolgens enkele uren in de zetel zitten totdat alles eruit is.
Of ik vergeet te eten omdat ik in een flow van woorden, ingevingen zit die eerst eruit moet.
Ik weet zelf nooit wat er gaat komen, wat het voor mij ook spannend maakt. 😊